Training door Focus&Kids

Herkenbaar? Dan zijn de executieve functies van uw kind simpel weg nog niet goed ontwikkeld. Dat is niet zo gek, want de ontwikkeling hiervan kost tijd. Dit gaat zelfs nog door tot het 25ste levensjaar. Kinderen hoeven dit dus nog helemaal niet te kunnen. Ze hebben er wel heel veel baat bij wanneer ze worden ondersteund in de ontwikkeling hiervan.

Executieve functies helpen bij het verwerken van informatie, bij het samenwerken en bij het jezelf verbeteren. Wanneer een taak ingewikkeld is, dan bepalen executieve vaardigheden voor een belangrijk deel het uiteindelijke resultaat. Executieve functies zijn dus van groot belang bij het leren en ontwikkelen van uw kind.

Bijvoorbeeld: Om te sparen voor iets groots heeft een kind de vaardigheden nodig om te kunnen plannen (hoe lang moet ik sparen van mijn zakgeld en wat als ik mijn verjaardagsgeld eraan toevoeg) en zijn impulsen om toch snoep te kopen in bedwang te houden.

Wanneer je deze executieve functies traint word je er steeds beter in. Dan wordt leren, samenwerken en beslissingen nemen steeds iets makkelijker.
Door kinderen vanaf groep 5 inzicht te geven in hun executieve functies en hoe ze deze kunnen inzetten helpt het hen de juiste keuzes te maken tijdens de dagelijkse gang van zaken.
We trainen de executieve functies met spelletjes, gesprekken en het inzetten van praktische tips.

Wat zijn executieve functies?

Executieve functies zijn de regelfuncties van het brein. Er worden 11 executieve functies onderscheiden:

• Werkgeheugen: Kunnen onthouden en dat ook weer kunnen gebruiken.
• Plannen: Wat heb ik nodig, hoe ga ik het aanpakken, overzicht hebben.
• Organiseren: Dingen kunnen ordenen, volgens een bepaald plan of systeem.
• Zelfreflectie: Nadenken over jezelf en jezelf corrigeren. Hoe heb ik het aangepakt, was dit handig. Hoe doe ik het een volgende keer.
• Timemanagement: Inschatten hoeveel tijd je nodig hebt en wat prioriteit heeft.
• Doelgerichte aandacht: Je focussen op de taak, je niet laten afleiden.
• Volgehouden aandacht: Doorzetten, ook wanneer je een taak saai vindt.
• Zelfbeheersing: Je gedrag onder controle houden, eerst denken dan doen. Het tegenovergestelde van impulsiviteit.
• Emotieregulatie: Rustig blijven ook als het anders loopt dan je dacht of wilde.
• Flexibiliteit: Meerdere manieren verzinnen om je doel te bereiken en hier tussen kunnen schakelen.
• Taakinitiatie: Beginnen aan wat je moet doen. Niet uitstellen.